In 2019 had LVMH een akkoord bereikt om de New Yorkse juwelier te kopen voor 14,7 miljard euro. Het benadrukt “een opeenvolging van gebeurtenissen die de onderneming kunnen verzwakken“.

Op woensdag 9 september kondigde LVMH het opgeven van de voorgenomen overname van Tiffany & Co. aan. De Franse groep, die zich in november 2019 had verbonden tot de aankoop van de New Yorkse juwelier voor ongeveer 14,7 miljard euro, legde in een persbericht uit dat “na een reeks gebeurtenissen die de overname van Tiffany & Co. zouden kunnen verzwakken” de Raad van Bestuur van LVMH bijeenkwam om “de situatie van de geplande investering te bestuderen in het licht van de recente ontwikkelingen“.

Onder voorzitterschap van Bernard Arnault werd de Raad van Bestuur “op de hoogte gebracht van een brief van de Minister van Europa en Buitenlandse Zaken (Jean-Yves Le Drian), die, als reactie op de dreiging van belastingen op Franse producten uit de Verenigde Staten, de LVMH Groep heeft gevraagd de overname van Tiffany uit te stellen tot na 6 januari 2021“.

Het akkoord kan niet doorgaan. Het is ons verboden de overeenkomst aan te gaan“, aldus Jean-Jacques Guiony, Chief Financial Officer van de Groep, tijdens een persconferentiegesprek. Hij voegde eraan toe dat LVMH niet tevreden was met de manier waarop Tiffany & Co. de afgelopen maanden werd geleid, omdat hij de prestaties “glansloos” achtte. De groep had al eerder verklaard dat zij op de hoogte was gebracht van het verzoek van de juwelier om de voltooiing van de uitkoop uit te stellen van 24 november tot 31 december.

Rechtbank in Delaware aangesproken

De Tiffany & Co groep, die besloten heeft de LVMH groep aan te klagen, heeft een rechtszaak aangespannen in Delaware en verzekert dat het zich heeft gehouden aan alle voorwaarden van de in november 2019 aangekondigde overeenkomst, maar bekritiseert de groep van Bernard Arnault voor het niet nakomen van zijn eigen toezeggingen, in het bijzonder het inwinnen van het advies van de mededingingsautoriteiten binnen de noodzakelijke termijn.

Slechte trouw“, riep de heer Guiony uit, met betrekking tot de Europese Unie in het bijzonder. Volgens hem weet Tiffany & Co, die ermee verbonden is, heel goed dat de procedure zich in een “uiterst klassieke antitrust-situatie” bevindt.

Tiffany & Co. beschuldigt LVMH er ook van dat zij zelf de brief van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken van 31 augustus laattijdig, pas dinsdag, heeft ontvangen, waarvan zij zegt dat zij er geen afschrift van heeft gekregen. “Wij geloven dat LVMH zal proberen alle noodzakelijke middelen te gebruiken om te voorkomen dat de transactie op de overeengekomen voorwaarden wordt afgesloten“, aldus Roger Farah, voorzitter van Tiffany & Co., die in een verklaring wordt geciteerd.

Tiffany & Co. leed aan de sluiting van zijn winkels als gevolg van inperkingsmaatregelen, met een nettoverlies van 65 miljoen dollar tussen februari en april, vergeleken met een winst van 125 miljoen dollar een jaar eerder.

De Franse regeringswoordvoerder Gabriel Attal kondigde ook aan dat Le Drian de kwestie spoedig in detail zou aanpakken. “In een context van zeer belangrijke internationale onderhandelingen met onze partners is de Franse regering noch naïef noch passief,” voegde hij eraan toe.